dagelijkse gang van zaken
Dagindeling
De indeling van de dag is in het algemeen als volgt:
Tussen 8 en 9 uur: verwelkomen van ouders en kinderen met een korte uitwisseling, waarna de ouders worden uitgezwaaid.
Tussen 8 á 9 en 9.30 uur: vrij spel, ondertussen gebeuren ambachtelijke werkjes zoals was vouwen, konijnen voeren, brooddeeg kneden, soms ramen wassen. Dit geheel wordt afgesloten met een kringspelletje en opruimen.
Van 9.45 tot 10.15 uur: Eerst worden de ochtendliedjes gezongen, Popeia wordt gewekt, er wordt gezongen over de tijd van het jaar. Dan volgt het tienuurtje met fruit van het seizoen en kruidenthee. Er wordt op het potje of naar de wc gegaan en luiers worden verschoond.
Ongeveer 10.15 uur: samen jasjes, mutsjes, overbroeken, schoenen, laarsjes of klompjes aantrekken en dan gewoonlijk: wandelen! Met de bolderkar of wagen indien nodig voor de kleintjes. Soms ook de tuin verzorgen, bijvoorbeeld de stoep vegen of vrij spelen met de bal, zandbak, emmer en schopje, vormpjes, schommelen. In elk geval, binnen of buiten de tuin: klimmen, glijden, hangen, rollen, kruipen, stappen, lopen, klauteren, springen, vallen en weer opstaan!
Vanaf 11.30 uur: samen binnen komen, voetjes vegen, jasjes en mutsjes uitdoen en ophangen, schoenen of laarsjes uitdoen, pantoffels aan, handjes wassen met liedje, helpen bij het tafel dekken. De baby’s krijgen de fles of een warme maaltijd en zo nodig worden luiers verschoond.
Vanaf 12.15-12.30 uur: De kinderen worden individueel verzorgd; sommigen pyjama aan en in een slaapzak gelegd met knuffeltje en eventueel een speentje. Zo nodig wordt een kindje ingebakerd. Behalve de bedjes boven wordt ook het buitenbedje gebruikt. Elk kind wordt met een slaapliedje toegezongen.
Tussen 12.30 en ongeveer 15 uur is het rust in het Thuishuys. Grote kinderen die geen slaapje meer nodig hebben spelen een rustig spel, helpen met de baby of de afwas of worden voorgelezen.
Rond 15 uur of eerder worden de kinderen uit hun bedje gehaald.
Zij worden verzorgd en krijgen een schone luier. Zij mogen proberen zichzelf of elkaar aan te kleden. Daarna drinken we sap en eten een rijstwafel of iets dergelijks.
Rond 16 uur wordt gespeeld binnen of buiten of worden werkjes gedaan als vegen of afwassen.
Vanaf 16.30 uur ruimen we na een kringspelletje weer gezamenlijk op, en gaan aan tafel om zo mogelijk in de zomer yoghurt en in de winter soep te eten. Aansluitend wordt Popeia weer naar bed gezongen en doen we spelletjes, zingen we of lezen een verhaaltje.
Tussen 17 en 18 uur komen de ouders de kinderen weer halen, vertellen we hoe de dag was, nemen afscheid en zwaaien we elkaar uit: tot de volgende keer! ∧
Buiten slapen
Fluitende vogeltjes, ritselende bladeren, vitamine D (licht) en frisse lucht.
In Scandinavische landen weten ze het al heel lang: Buiten slapen is gezond! Ook in het noorden van Nederland sliepen kinderen in het begin van de vorige eeuw vaak buiten. Een Groningse arts adviseerde om kinderen die in bedompte omgeving opgroeiden buiten te laten slapen en hij ontwierp de bedjes hiervoor. In deze tijd bouwt het bedrijf Lutje Potje hierop voort door gecertificeerde buitenbedjes aan te bieden. Lutje Potje betekent: klein kind.
Voorwaarde voor het gebruik van het buitenbedje is dat ouders ons protocol Buiten slapen hebben gelezen en toestemming hebben gegeven. Als ouders bezwaar hebben, dan slaapt het kind binnen. Klik hier voor het protocol. ∧
Wennen – vaste leidster – aantal dagen
We willen graag dat de kinderen minimaal twee dagen in de opvang komen, liefst goed verdeeld over de week. Dit bevordert het echt thuis raken en een stevige basis in ons Thuishuys krijgen. Hierdoor profiteert het kindje optimaal van het rijke aanbod op de opvangdagen.
De gewoonte van uitzwaaien en zingen van ‘dag mama, dag papa, heb een fijne dag’, doet veel kindjes goed, vooral als ze uit de nabootsing mogen waarnemen dat het een vrolijke gebeurtenis is. ∧
Overdracht, oudergesprekken, mentor, volgen ontwikkeling, basisschool
Tussen 5 en 6 uur, als de kinderen opgehaald worden, wordt de dag doorgesproken met de ouder. Het is bij de jongste kinderen in overleg mogelijk deze overdrachten aan te vullen met een schriftje, waarin we in de loop van de dag noteren.
Ieder kind heeft een mentor. Wie dit is wordt de ouders bij aanname meegedeeld. Deze leidster kent het kindje van tenminste één dag opvang in de week, en volgt de persoonlijke ontwikkeling. Zij is ook aanspreekpunt voor de ouders voor alles wat niet direct ‘daggebonden’ is.
Een paar maanden na de instroom volgt een instroomevaluatie om het welbevinden en de ontwikkeling van het kindje en de tevredenheid van de ouders te bespreken met de mentor.
Als het kindje ons op de één of andere manier opvalt in zijn ontwikkeling, en dat baart ons zorgen, dan volgen we een signaleringstraject. Als eerste punt hierin is opgenomen dat we na de signalering met de ouders de waarneming bespreken. Vaak zal dit niet als verrassing komen omdat na de opvangdag ook het dagverloop en het gedrag van het kind worden besproken.
Voor de overgang naar de basisschool wordt aan de ouders op papier een beeld van de ontwikkeling op dat moment meegegeven en indien gewenst contact met de school van je keuze opgenomen. ∧